Examples of using "Havaalanı" in a sentence and their dutch translations:
Waar is de luchthaven?
De luchthaven is daar.
De luchthaven is gesloten.
Waarvandaan vertrekt de bus naar het vliegveld?
Waar kan ik bus naar het vliegveld nemen?
Het vliegveld was wegens de mist gesloten.
Hoe ver is het naar het vliegveld?
Waarvandaan vertrekken de bussen naar het vliegveld?
Tom woont vlak bij de luchthaven.
Ik heb een foto van een luchthaven.
Het vliegveld ligt vrij ver van het centrum van de stad.
Ik heb een foto van de luchthaven.
Hoelang doet de vliegveldbus erover naar het vliegveld?
- Tom heeft een foto van een vlieghaven.
- Tom heeft een foto van een luchthaven.