Examples of using "Konuşuyorsun" in a sentence and their dutch translations:
- Met wie ben je aan het praten?
- Tegen wie heb je het?
- Welke talen spreek je?
- Welke talen spreekt u?
- Welke talen spreken jullie?
- Waarom spreek je in het Frans?
- Waarom spreekt u in het Frans?
- Waarom spreken jullie in het Frans?
- Je praat te veel.
- Je kletst te veel.
- Waar heb je het over?
- Waar praat je over?
- Waar praten jullie over?
- Waarover hebben jullie het?
Je praat in je slaap.
- Jij spreekt Duits.
- U spreekt Duits.
- Jullie spreken Duits.
- Jij spreekt erg goed Frans.
- Je spreekt heel goed Frans.
- U spreekt heel goed Frans.
- Jullie spreken heel goed Frans.
Je praat alsof je de baas bent.
- Je spreekt.
- Jij spreekt.
Jij spreekt Duits, niet?
Je spreekt beroerd Nederlands.
Je spreekt vloeiend Engels.
- „Jij spreekt te veel”, zei hij.
- „Jij praat te veel”, zei hij.
Je spreekt echt goed Frans.
Kop dicht! Je praat te veel.
Waar heb je het over?
Welke taal spreek je?
Integendeel, u spreekt werkelijk heel goed Engels.
Spreek je nog steeds Frans met Tom?
Je spreekt heel goed Spaans.
- Je spreekt zo snel dat ik geen woord van wat je zegt, versta
- Je spreekt zo snel dat ik geen woord versta van wat je zegt.
Jij spreekt uitstekend Frans. Ik wou dat ik het zo goed als jij kon spreken.