Examples of using "Derse" in a sentence and their dutch translations:
Laten we beginnen met de derde les.
- Ze hebben de lezing bijgewoond.
- Ze woonden de lezing bij.
- Ik heb geen preek nodig.
- Ik moet geen preek hebben.
Wat ze ook zegt, het is waar.
- Ik moet dit college bijwonen.
- Ik moet deze les bijwonen.
Wat hij ook zegt, vertrouw hem niet.
Ze wonen elke les bij.
Tom volgde geen les vorige week.
Toen ik het klaslokaal bereikte, was ze al weggegaan.
Ik was vanmorgen te laat in de les.
Moeten we onze woordenboeken morgen meenemen naar de les?
Tom heeft gespijbeld.