Translation of "Derse" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Derse" in a sentence and their dutch translations:

Üçüncü derse başlayalım.

Laten we beginnen met de derde les.

Onlar derse katıldılar.

- Ze hebben de lezing bijgewoond.
- Ze woonden de lezing bij.

Bir derse ihtiyacım yok.

- Ik heb geen preek nodig.
- Ik moet geen preek hebben.

O ne derse doğrudur.

Wat ze ook zegt, het is waar.

Bu derse katılmak zorundayım.

- Ik moet dit college bijwonen.
- Ik moet deze les bijwonen.

Ne derse desin, ona inanma.

Wat hij ook zegt, vertrouw hem niet.

Onlar her derse devam eder.

Ze wonen elke les bij.

Tom geçen hafta derse katılmadı.

Tom volgde geen les vorige week.

Derse geldiğimde, o çoktan gitmişti.

Toen ik het klaslokaal bereikte, was ze al weggegaan.

Bu sabah derse geç kaldım.

Ik was vanmorgen te laat in de les.

Yarın sözlüklerimizi derse getirmemiz gerekiyor mu?

Moeten we onze woordenboeken morgen meenemen naar de les?

- Tom derse girmedi.
- Tom dersi ekti.
- Tom dersi astı.

Tom heeft gespijbeld.