Translation of "Açmaya" in Dutch

Tom hediyeyi açmaya başladı.

- Tom begon het cadeau te openen.
- Tom begon het cadeautje te openen.
- Tom begon het cadeau open te doen.
- Tom begon het cadeautje open te doen.

Bu kapıyı açmaya çalışıyorum.

Ik probeer deze deur te openen.

Tom kapıyı açmaya çalışıyordu.

Tom probeerde de deur open te krijgen.

Tom kapıyı açmaya çalıştı ama o kilitliydi.

Tom probeerde de deur open te doen, maar zij was op slot.

Tom kapıyı açmaya çalıştı, ama o kilitliydi.

- Tom probeerde de deur open te doen, maar hij zat op slot.
- Tom probeerde de deur open te doen, maar zij was op slot.

Ama Howard beni, kendimi belirsizliğe açmaya teşvik etti,

Maar Howard drong er bij me op aan om mezelf open te stellen voor onzekerheid