Examples of using "öğretmenler" in a sentence and their dutch translations:
Zij zijn leraren.
Niet alle leraars gedragen zich zo.
De leerkrachten kunnen ook fouten maken.
De leraren geven de hele dag les.
Onderwijzend personeel moet veel geduld met kinderen hebben.
Dit woordenboek is een goed leermiddel voor leerlingen en leraars.
De leerkrachten en de kinderen haten mij, en ik haat hen ook. Waarom moet ik naar school gaan?