Examples of using "Çorap" in a sentence and their dutch translations:
Ze trok sokken aan.
Ik draag geen sokken.
De sokken stinken.
Tom droeg geen sokken.
Tom draagt geen sokken.
Tom droeg geen sokken.
Tom kocht sokken.
Tom droeg witte sokken.
De sokken en gympen zijn nieuw.
Tom draagt witte sokken.
Ze kocht twee paar sokken.
Hij draagt sokken en schoenen.
Ik draag nooit witte sokken.
Tom en Maria dragen geen sokken.
Pak een extra paar sokken in.
Ik hou er niet van schoenen zonder sokken te dragen.
Vanaf hier gaat het enkel bergaf.