Examples of using "Kokuyor" in a sentence and their dutch translations:
Het stinkt.
Stront stinkt.
- Het stinkt.
- Het ruikt slecht.
Het ruikt lekker!
Tom stinkt.
- De boter ruikt goed.
- De boter ruikt lekker.
Het ruikt naar vis.
Hij stinkt behoorlijk.
Het ruikt heerlijk.
Het fruit ruikt heerlijk.
Het stinkt.
De sokken stinken.
Dat ruikt goed.
De sokken stinken.
Dit ruikt goed.
Het stinkt hier.
Het ruikt naar een sinaasappel.
De vis stinkt.
- Jouw adem stinkt naar knoflook.
- Jullie adem stinkt naar knoflook.
Tom ruikt vreselijk.
Ruik ik spek?
Deze bloem ruikt lekker.
Deze vis stinkt.
Er stinkt hier iets.
Die koffie ruikt goed.
Deze bloem ruikt lekker.
Het diner ruikt heerlijk.
Er ruikt iets goed.
- Dit ei ruikt slecht.
- Dit ei stinkt.
Dat parfum ruikt lekker.
Het vlees ruikt verschrikkelijk.
Ruikt dat niet lekker?
De luier stinkt vreselijk.
Deze thee ruikt lekker.
Dit ruikt naar kaas.
Dit vlees ruikt vies.
Deze vis ruikt slecht.
Die peer ruikt lekker.
Deze kamer ruikt vreselijk.
Hij stinkt behoorlijk. Ja, kijk.
Gatsie, dat ruikt naar schijt!
Dat ruikt naar een val.
Een koe, misschien. Dat stinkt.
Hij ruikt altijd naar mayonaise.
"Ruikt dat niet fantastisch?" "Ja!"