Translation of "Triunfar" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Triunfar" in a sentence and their dutch translations:

Él quería triunfar.

Hij wilde slagen.

Para ser capaz de triunfar como comediante profesional.

om het te maken als professioneel komiek.

Él quería triunfar aún a costas de su salud.

Hij wou slagen, zelfs ten koste van zijn gezondheid.

- No se puede ganar siempre.
- No puedes triunfar siempre.

Je kunt niet altijd winnen.

Las mejoras en la tecnología les ayudaron a triunfar.

- Technologische verbeteringen hebben hen geholpen bij hun succes.
- Door technologische verbeteringen hebben ze succes geboekt.

Y triunfar donde la gente lo ha intentado y fallado.

En slagen waar mensen hebben geprobeerd, maar gefaald.

Y obliga a los animales a encontrar formas nuevas de triunfar a la noche. CIUDADES NOCTÁMBULAS

En hij dwingt dieren om nieuwe manieren te zoeken om 's nachts te gedijen. STEDEN DIE NOOIT SLAPEN