Examples of using "Saben" in a sentence and their dutch translations:
Zij kunnen vissen.
Zij kunnen vissen.
Zij weten niets.
Ze weten wat er gebeurd is.
Zij kunnen vissen.
Maar weet je?
Jullie weten dat allemaal.
Zoals jullie weten.
Zij kunnen zwemmen.
Zij kunnen vissen.
Spreekt u Spaans?
Zij weten niets.
- Zij blikken vis in.
- Zij kunnen vissen.
Wie het weet, zwijgt en wie spreekt, is onwetend.
Je weet nooit wat je tegenkomt.
Maar dat weten jullie al.
weet je wat ik tegen ze zei?
Zij kunnen Spaans spreken.
Die druiven smaken zuur.
Zij weten wie ik ben.
Zij weten nooit wat te zeggen.
Zij weten niets.
Weet je, dit ligt wat gevoelig,
Weet je wat? F*ck-it.
Sterker nog, weet je wat?
Kunnen okapi's lezen?
Ze weten niet dat ik een Japanner ben.
Dat weet je heel goed.
Je weet donders goed wat je daarvoor moet doen.
Weet je wat ik geleerd heb?
maar je kent de realiteit --
Weten ze over ons?
Jouw kussen smaken naar kaneel.
Je weet hoe het gaat.
groenten zijn zo ouderwets.
Ze zijn vrij smerig, maar... ...goede proteïne, goede energie.
Ze zijn vrij smerig, maar... ...goede proteïne, goede energie.
Nederlanders kunnen veel talen spreken.
Twee weten meer dan één.
Ze weten hoe een atoombom gemaakt wordt.
Weten jullie van wie deze auto is?
Mary en John kunnen allebei niet zwemmen.
Weinig studenten kunnen Latijn lezen.
Weinig studenten kunnen Latijn lezen.
Ik weet iets dat zij niet weten.
Russen weten alles van beren.
Tom en Maria kennen de waarheid.
- Zij weten hoe een atoombom te maken.
- Zij weten hoe een atoombom gemaakt wordt.
- Ze weten hoe een atoombom gemaakt wordt.
- Ze weten hoe men een atoombom maakt.
- Iedereen weet wat het betekent om alleen te zijn.
- Iedereen weet hoe het is om alleen te zijn.
Zij kunnen Spaans spreken.
Iedereen weet het.
Ik zocht Andy. Weet jij waar hij is?
Maar weet je? Er zijn routes die we niet hebben genomen.
Zoals wanneer ze de weg bestrooien. Dan gebruiken ze zand.
Maar niet iedereen weet waarom Carver dat deed.
Ze worden zelden gezien en weinig mensen weten dat ze bestaan.
Iedereen weet dat.
Iedereen weet dat.
Weinig studenten kunnen Latijn lezen.
Die appels zijn lekker.
door Jimmy weten ze
- Zowel Tom als Mary kunnen geen klarinet spelen.
- Zowel Tom als Mary kan geen klarinet spelen.
Jij weet niet eens wat een 'plank' is.
en ze weten niet dat er snel iets moet veranderen.
Weet je wat ze niet op afstand kunnen hacken?
Ze weten dat ze makkelijk eten kunnen scoren in het donker.
Soms weten critici niet wat ze aan het bekritiseren zijn.
Weet u waar het is?
Ik heb toegang tot een hoop zaken.
Weet je het niet?
Weet je, als er iets is, wat je van mijn lezing meeneemt,
Je weet niet eens dat dat je overlevingsstrategie is.
De ratten hadden amper de morfine en cocaïne weg
We denken allemaal dat we het weten en we denken dat iedereen het weet,
Nu weten jullie al twee dingen van mij:
- Weet je waar hij is
- Weten jullie waar hij is
- Weet u waar hij is