Examples of using "Olía" in a sentence and their dutch translations:
Het rook echt goed.
De vloeistof rook sterk.
Zijn huis rook naar koffie
De kamer rook naar tabak.
Ze bloedt. Die geur zit in het water.
- De kamer rook naar tabak.
- De kamer stonk naar tabak.
- In de kamer stonk het naar tabak.
De volgende morgen kwam Dima uit de vuilcontainer en realiseerde zich dat zijn kleren nu allemaal naar vuilnis stonken.
"Het was een grote vuilcontainer," zei Dima, "en er was een heleboel eten, dus... het was niet direct oncomfortabel. Maar ja, het stonk wel nog erger dan het achterste van een ezel."