Examples of using "Fuerte" in a sentence and their dutch translations:
- Hou me goed vast.
- Omhels me stevig.
Het regende hard.
Wees sterk!
Schreeuw het uit!
Een leeuw is sterk.
Er stond een straffe wind.
Hij is sterk.
Hij ziet er sterk uit.
- Ze is sterk.
- Zij is sterk.
Tom is sterk.
Ik was sterk.
- Doe je best.
- Probeer harder.
Tom ziet er sterk uit.
Het regende sterk gisteren.
Spreek op!
Het regent enorm.
Spreek luider!
Het begon fel te regenen.
Er stond een straffe wind.
Praat niet zo hard.
De vloeistof rook sterk.
- Haal diep adem.
- Adem diep in.
- Wees dapper!
- Wees moedig!
Wat een harde wind!
Sterk als een os.
Die vrouw is sterk.
Een leeuw is sterk.
De man is sterk.
- Luider alsjeblieft.
- Harder alsjeblieft.
- Steviger alsjeblieft.
- Ik ben zo sterk als gij.
- Ik ben net zo sterk als jij.
Hij is sterker dan u.
Ik weet dat je sterk bent, maar politieke druk is nog sterker.
Turkije was sterker dan Griekenland.
Hij is sterker dan u.
Sneller, hoger, sterker.
Mijn hart klopt in mijn keel.
Het regende hard de hele dag door.
Ze heeft een sterke persoonlijkheid.
Hij riep luid om hulp.
Hij heeft een sterke persoonlijkheid.
Hij is sterker dan ooit tevoren.
Hij heeft een luide stem.
Hier heb ik een hevige pijn.
Tom is groot en sterk.
Ik ben niet goed in wiskunde.
Tom is de sterkste.
Sterk leiderschap was nodig.
Hij is klein maar sterk.
Ik was niet sterk genoeg.
Tom is een sterk kind.
Hoewel hij heel oud is, is hij sterk.
Hoewel hij heel oud is, is hij sterk.
Het ruikt vrij sterk.
En hier moet je sterk zijn.
En hier moet je sterk zijn.
...een sterk zelfbeeld...
- Zingen is zijn sterkste punt.
- Zingen is haar sterkste punt.
Vissen is niet echt mijn ding.
Ik had een vreselijke maagpijn.
Tom is sterker geworden.