Translation of "Ropa" in Dutch

0.015 sec.

Examples of using "Ropa" in a sentence and their dutch translations:

- Quítate la ropa.
- Quitaos la ropa.
- Quítese la ropa.
- Quítense la ropa.

- Kleed je uit.
- Trek je kleren uit.

- Vendo ropa por Internet.
- Vendo ropa por internet.
- Yo vendo ropa por internet.

Ik verkoop kleding via internet.

Lleva ropa abrigada.

Draag warme kleren.

Guarda tu ropa.

Doe je kleren weg.

Tom necesita ropa.

Tom heeft kleding nodig.

Cámbiate de ropa.

Kleed je om.

Él compra ropa.

Hij koopt kleding.

En ropa interior".

in ons ondergoed."

- Lavar ropa es mi tarea.
- Lavar la ropa es mi tarea.
- Lavar la ropa es mi trabajo.

Kleren wassen is mijn taak.

Es porno con ropa.

Dat is porno met kleren aan.

Quítate la ropa mojada.

Doe uw natte kleren uit.

¿Dónde está tu ropa?

- Waar zijn je kleren?
- Waar zijn uw kleren?

No llevo ropa interior.

Ik draag helemaal geen onderbroek.

Tom usa ropa sencilla.

Tom draagt eenvoudige kleren.

- Voy a ir a cambiarme de ropa.
- Iré a cambiarme de ropa.

- Ik ga me omkleden.
- Ik zal iets anders aantrekken.

Les dimos dinero y ropa.

- We gaven hen geld en kleding.
- We voorzagen hen van geld en kleren.

Tom se planchó la ropa.

Tom streek zijn kleren.

¿Has comprado ropa nueva últimamente?

Heb je onlangs nieuwe kleren gekocht?

La ropa hace al hombre.

Kleren maken de man.

María está ligera de ropa.

Mary is schaars gekleed.

Ponle esta ropa al niño.

Doe het kind dit kledingstuk aan.

Dormí con la ropa puesta.

Ik sliep met mijn kleren aan.

Esta ropa te queda bien.

Deze kleding staat je goed.

Él siempre lleva ropa oscura.

Hij draagt altijd donkere kleren.

Mayuko diseñó su propia ropa.

Mayuko ontwierp haar eigen kleding.

Voy a cambiarme de ropa.

Ik ga me omkleden.

Su ropa siempre huele mal.

- Zijn kleren stinken altijd.
- Zijn kleren ruiken altijd slecht.
- Zijn kleding stinkt altijd.
- Uw kleding stinkt altijd.

Tom se cambió de ropa.

Tom kleedde zich om.

Lavo la ropa a mano.

Ik was de kleren met de hand.

La ropa negra absorbe la luz.

Zwarte stoffen absorberen het licht.

Mi ropa estaba sucia con aceite.

Mijn kleren waren vuil van de olie.

Te ves bien con esa ropa.

Je ziet er goed uit in die kleren.

Tom se está cambiando de ropa.

Tom is zich aan het omkleden.

¿Por qué estás doblando mi ropa?

Waarom ben jij mijn kleren aan het vouwen?

Mi hermana plancha toda la ropa.

Mijn zus strijkt alle kleren.

Ella quería lavar la ropa sucia.

Ze wou de vuile kleren wassen.

Mary está cosiendo ropa de bebé.

Maria naait babykleertjes.

María gasta mucho dinero en ropa.

- Maria geeft veel geld uit voor kleren.
- Maria besteedt veel geld aan kleren.

Ella se hace su propia ropa.

Zij maakt haar eigen kleding.

- El maletín no contenía otra cosa que ropa sucia.
- La maleta solo contenía ropa sucia.

- In de koffer was niets op vuile kleren na.
- In de koffer zaten alleen vuile kleren.

- Me estoy desvistiendo.
- Me estoy quitando la ropa.
- Me estoy desnudando.
- Me estoy sacando la ropa.

- Ik kleed me uit.
- Ik ben me aan het uitkleden.

La ropa interior ya se habría apagado

Ondergoed? Dat was nu wel uitgeweest...

María está gastando mucho dinero en ropa.

- Maria geeft veel geld uit voor kleren.
- Maria besteedt veel geld aan kleren.

Me daba vergüenza salir con ropa vieja.

- Ik schaamde me om in oude kleren uit te gaan.
- Ik was beschaamd om in oude kleren uit te gaan.

Parece que Tom solo usa ropa cara.

Het ziet ernaar uit dat Tom alleen dure kleren draagt.

Visitemos en ropa interior la Gran Muralla,

laten we over de Grote Muur gaan wandelen in ons ondergoed;

- Me gusta conservar mi ropa todo el tiempo posible.
- Me gusta conservar mi ropa el máximo tiempo posible.

Ik hou mijn kleren graag zo lang mogelijk.

- Me desnudo.
- Me estoy desvistiendo.
- Me estoy quitando la ropa.
- Me estoy desnudando.
- Me estoy sacando la ropa.

Ik kleed me uit.

No llevaba nada puesto excepto su ropa interior.

Ze droeg alleen haar ondergoed.

Se necesita comida, ropa y techo para vivir.

Om te leven heeft men eten, kleren en een thuis nodig.

Llevo un traje de baño bajo la ropa.

Ik draag mijn badpak onder mijn kleren.

Me gusta mirarla cuando se quita la ropa.

Ik kijk graag naar haar als ze zich uitkleedt.

Vamos a aventarnos del paracaídas en ropa interior,

Laten we gaan parachutespringen boven de piramides in ons ondergoed;

Tom se quedó dormido con la ropa puesta.

Tom is met zijn kleren aan in slaap gevallen.

Gasto menos dinero en ropa que mi hermana.

Ik geef minder geld uit aan kleding dan mijn zus.

- Gasta la mayor parte de su dinero en ropa.
- Ella gasta la mayor parte de su dinero en ropa.

Ze geeft het grootste deel van haar geld uit aan kleren.

- María tiró la ropa de su novio al fuego.
- María ha tirado la ropa de su novio al fuego.

- Maria heeft de kleren van haar vriendje in het vuur gegooid.
- Maria gooide de kleren van haar vriendje in het vuur.

Cuando mi madre me pide que guarde mi ropa,

Als mijn moeder zegt dat ik mijn kleren moet opruimen,

Mi madre me hizo un poco de ropa nueva.

Mijn moeder heeft nieuwe kleren gemaakt.

Llevo mi traje de baño debajo de la ropa.

Ik draag mijn badpak onder mijn kleren.

"De verdad necesito algo de ropa nueva," pensó Dima.

Ik heb echt wat nieuwe kleren nodig, dacht Dima.

Esta ropa esta hecha cien por ciento de lana.

Deze kleren zijn van 100 procent wol gemaakt.

La ropa sucia de Tom está en el suelo.

Toms vuile kleren liggen op de grond.

Tengo tanta ropa que no sé qué ponerme mañana.

Ik heb zoveel kleren, dat ik niet weet welke ik morgen aan moet trekken.

Ella no tenía ropa para ir a la fiesta.

Ze had geen jurk om naar het feest mee te gaan.

El maletín no contenía otra cosa que ropa sucia.

In de koffer was niets op vuile kleren na.

- No sólo nos dio ropa, sino también un poco de dinero.
- Nos dio no sólo ropa sinó también algo de dinero.

Hij gaf ons niet alleen kleding, maar ook wat geld.

Ella gasta la mayor parte de su dinero en ropa.

Ze geeft het grootste deel van haar geld uit aan kleren.