Translation of "Nombró" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Nombró" in a sentence and their dutch translations:

Y lo nombró gobernador de Aragón.

en benoemde hem tot gouverneur van Aragon.

- Él me llamó Ichiro.
- Él me nombró Ichiro.

Hij noemde me Ichiro.

En 1804, Napoleón nombró a Lefebvre Mariscal Honorario, honorario,

In 1804 benoemde Napoleon Lefebvre tot ere-maarschalk - ere,

Ese año, Napoleón nombró a Bernadotte mariscal y comandó el Primer Cuerpo en la Batalla de

Dat jaar maakte Napoleon van Bernadotte een maarschalk, en hij voerde het bevel over het Eerste Korps in de Slag bij