Examples of using "Huyó" in a sentence and their dutch translations:
- Hij is weggelopen.
- Hij is weggerend.
- Tom is weggelopen.
- Tom is weggerend.
- Tom liep weg.
- Tom rende weg.
Waarom is hij weggelopen?
De hond ging weg.
Hij ontvluchtte zijn land.
- De jongen liep weg.
- De jongen rende weg.
Hij rende weg om niet gevangen te worden.
- De hond ging weg.
- De hond liep weg.
De dief liep weg toen hij een politieman zag.
Toen hij de politieauto zag, sloeg hij op de vlucht.
De dief rende weg.
Hij vluchtte met het geld.
...dus hij was verbaasd dat mensen hem zo slecht behandelden... ...en op hem schoten, dus hij rende niet meteen weg.