Examples of using "Habéis" in a sentence and their dutch translations:
Hebben jullie al gegeten?
Hebben jullie dat gehoord?
Je hebt brood gekocht.
Bent u verdwaald?
- Heeft u nog niet gegeten?
- Heeft u nog niet gedineerd?
- Bent u al klaar?
- Zijn jullie al klaar?
Hebben jullie hen gezien?
Hebben jullie besloten?
Heb je een handdoek meegenomen?
Hebben jullie wijn meegebracht?
Jullie hebben niet gegeten.
Wat hebben jullie gemaakt?
Je bent teruggekomen?
Zijt ge naar de dokter geweest?
Hebben jullie erover nagedacht?
Bent u al klaar?
Wat hebt ge gedaan deze week?
Hebt u deze man gezien?
Vertel me welke films jullie hebben gezien.
Waarom kwamen jullie niet?
Waarmee hebt ge het geopend?
Man, wat ben je groot geworden!
Ben je klaar?
Zijn jullie ooit in Frankrijk geweest?
Wat heb je gedaan?
Heeft u dat gehoord?
Jullie zijn tot zijn niveau gezakt.
Heeft u gewicht verloren?
- Heb je voor het boek betaald?
- Heeft u voor het boek betaald?
- Hebben jullie voor het boek betaald?
Hebben jullie een naam gekozen voor de baby?
Bent u verdwaald?
Hebben jullie Tom gezien?
- Hartelijk dank voor alles wat u hebt gedaan.
- Veel dank voor alles wat jullie hebben gedaan.
Heb je mijn fototoestel gezien?
- Snap je het?
- Verstaan?
- Begrepen?
- Heb je het begrepen?
- Heb je het gesnapt?
- Snappen jullie?
Waarmee hebt ge het geopend?
Waarom heb je bloemen gekocht?
Ik zag wat je had gedaan.
Heb jij de laatste tijd nog films bekeken?
Wat hebt ge gedaan deze week?
Bent u ooit in een Italiaanse of buitenlandse gevangenis binnengeweest?
Heb je mijn vader gezien?
Hebt u deze man gezien?
- Wat heb je gedaan?
- Wat hebben jullie gemaakt?
- Wat waren jullie aan het doen?
- Wat hebben jullie gedaan?
Heb je je kamer schoongemaakt?
Waar ben je al die tijd geweest?
Heb je ooit wel eens een wolf gezien?
Heb je oordopjes bij je?
Hoeveel van jullie hebben niet ooit gezorgd voor een dier?
Heb je mijn fototoestel gezien?
Wat heb je gedaan?
- Waar waren jullie?
- Waar ben je geweest?
- Waar was je?
- Waar zijn jullie geweest?
- Je hebt het druk gehad.
- U bent druk geweest.
- U heeft het druk gehad.
Hebben jullie de krant van vandaag al gelezen?
Wie heeft dit aan jou gegeven?
- Erg bedankt voor al wat ge gedaan hebt.
- Veel dank voor alles wat jullie hebben gedaan.
- U verloor.
- Jij verloor.
- Jullie verloren.
Heb je dat boek al gelezen?
- Wat heb je vandaag gedaan?
- Wat hebben jullie vandaag gedaan?
- Wat hebt ge vandaag gedaan?
- Wat heb je vandaag gedaan?
- Wat heeft u vandaag gedaan?
- Wat hebben jullie vandaag gedaan?
- Ben je niet goed wijs?
- Ben je helemaal gek geworden?
- Ben je nou helemaal bedonderd?
- Ben je je verstand kwijt?