Examples of using "Granjero" in a sentence and their dutch translations:
- Ik ben landbouwer.
- Ik ben boer.
Hij wilde boer worden.
Hij wilde boer worden.
Hij is een boer.
Mijn opa was boer.
Hij wilde boer worden.
Wat de boer niet kent, dat eet hij niet.
De volgende dag berijdt de zoon van de boer een van de wilde paarden