Translation of "Calculadora" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "Calculadora" in a sentence and their dutch translations:

- ¿Querés una calculadora?
- ¿Quieres una calculadora?

- Wil je een rekenmachine?
- Wilt u een rekenmachine?
- Willen jullie een rekenmachine?

Quizás necesites una calculadora ahora.

Je hebt nu misschien een rekenmachine nodig.

A esta calculadora le pasa algo.

Er klopt iets niet met die rekenmachine.

- Además, -Dima se aseguró de añadir, sacando su calculadora y dividiendo 0,99 entre 3.000.000 antes de multiplicar por 100- Usted se da cuenta de que sólo perdería el 0,0033%, ¿verdad?

"En trouwens," haastte Dima zich toe te voegen, terwijl hij zijn rekenmachientje tevoorschijn haalde en 0,99 deelde door 3.000.000, alvorens het te vermenigvuldigen met 100, "u realiseert zich toch wel dat u maar 0,0033% zou verliezen, hè?"