Translation of "Bocadillo" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Bocadillo" in a sentence and their dutch translations:

Necesito un bocadillo.

Ik heb een snack nodig.

¿Qué bocadillo creen que sea mejor?

Dus welke snack denk je... ...geeft ons een boost?

Tom le hizo un bocadillo a Mary.

- Tom maakte een boterham voor Maria.
- Tom heeft een boterham voor Maria gemaakt.

Y comí un bocadillo en el camino también.

En we hebben zelfs nog een kleine snack gehad.

Y comí un bocadillo en el camino también.

En we hebben nog even kunnen snacken onderweg.

También te dan un bocadillo y algo para beber.

Ze geven je ook een sandwich en iets te drinken.