Examples of using "Andar" in a sentence and their dutch translations:
- Kan je lopen?
- Kunt u stappen?
- Kunt u lopen?
- Kunt u stappen?
- Kunt u lopen?
Lopen is goed.
Draai er niet omheen.
Ik heb de machine aan de praat gekregen.
Iets blijkt niet goed te werken.
Het kind kan lopen.
Kan je lopen?
- Kan zij fietsen?
- Kan ze fietsen?
Alles leek fout te gaan bij mij.
Draai er niet omheen.
- Ik vind het leuk om met de trein te reizen.
- Ik vind het leuk om met de trein te gaan.
Ik rijd graag met de fiets.
Mijn opa houdt van wandelen.
- Paardrijden is erg leuk.
- Paardrijden is hartstikke leuk.
We begonnen te lopen.
Ik hou van de manier waarop je loopt.
Hij wandelt graag in het park.
Ik vind het leuk om met de trein te gaan.
Het is gevaarlijk om zonder helm op een motor te rijden.
- Op het fietspad niet met de bromfiets fietsen.
- Fietspad. Dus niet brommen.
Tom is er niet aan gewend om op blote voeten te lopen.
Mogen we rolschaatsen in dit park?
Tom kan niet lopen.
Kan ik nu zondag gaan paardrijden?
Niet de mensen maar de economie moet welvaren!
Ze woonde in Perth en ze was gek van skateboarden.
Het kostte hem drie maanden om te leren fietsen.
Als het warm is, loopt Maria graag op blote voeten.
Ik hou van de manier waarop je loopt.
Ik kan paardrijden.
Ik vind het leuk om met de trein te gaan.
We moeten nog tien mijl lopen voor zonsondergang.
- Ik vind het leuk om met de trein te reizen.
- Ik vind het leuk om met de trein te gaan.
Kan je alsjeblieft stoppen zo te ijsberen en gewoon even gaan zitten?
- Hij wandelt graag in het park.
- Hij houdt van wandelen in het park.
Ze gaat graag alleen wandelen.
Het is gevaarlijk om zonder helm op een motor te rijden.
- Ik vind het leuk om met de trein te reizen.
- Ik vind het leuk om met de trein te gaan.
Ik weet dat ik een lastpost ben. Je hoeft het niet te herhalen.
- Ik vind het leuk om met de trein te reizen.
- Ik vind het leuk om met de trein te gaan.
Je kan niet de kool en de geit sparen.
Het leven is als fietsen. Om in balans te blijven moet je in beweging blijven.