Translation of "Caminar" in Dutch

¡A caminar!

- Rot op!
- Scheer je weg!
- Ga weg!
- Hoepel op!
- Weg!
- Wegwezen!
- Weg van hier!
- Ga!
- Rot op.
- Lopen!
- Maak dat je wegkomt!
- Donder op.
- Vooruit.
- Loop weg!

Prefiero caminar.

- Ik loop liever.
- Ik ga liever te voet.

Podría caminar.

- Ik zou kunnen lopen.
- Ik zou kunnen wandelen.

Yo suelo caminar.

Meestal loop ik.

Apenas puedo caminar.

Ik kan amper wandelen.

Me gusta caminar.

Ik wandel graag.

No puedo caminar.

Ik kan niet gaan.

- Él no puede caminar más.
- No puede caminar más.

Hij kan niet meer lopen.

La bebé puede caminar.

De baby kan lopen.

No puede caminar más.

Hij kan niet meer lopen.

Me gusta caminar solo.

- Ik ga graag alleen te voet.
- Ik wandel graag alleen.

¿De verdad quieres caminar?

Wil je echt wandelen?

¿Te gusta caminar descalza?

Hou je ervan om barrevoets te lopen?

¿Puedo salir a caminar?

Mag ik buiten gaan wandelen?

- ¿Puedes caminar?
- ¿Puedes andar?

Kan je lopen?

Yo propuse salir a caminar.

Ik stelde voor te gaan wandelen.

No quiero caminar a casa.

Ik wil niet naar huis lopen.

Puedo caminar día y noche.

Ik kan dag en nacht lopen.

El macho debe caminar con cuidado.

Een mannelijke krulhaarvogelspin moet oppassen.

El soldado herido apenas podía caminar.

De gewonde soldaat kon amper lopen.

No puede caminar, mucho menos correr.

Hij kan niet lopen, laat staan rennen.

- Me gusta pasear.
- Me gusta caminar.

- Ik loop graag.
- Ik wandel graag.

- ¿Puedes caminar?
- ¿Puedes andar?
- ¿Podéis andar?

- Kan je lopen?
- Kunt u stappen?
- Kunt u lopen?

Les permitió caminar por el jardín.

Hij stond hen toe in de tuin te wandelen.

- Empezamos a andar.
- Empezamos a caminar.

We begonnen te lopen.

Me gusta caminar por la naturaleza.

Ik wandel graag in de natuur.

Prefiero caminar que tomar el bus.

- Ik ga liever te voet dan de bus te nemen.
- Ik ga liever lopen dan de bus te nemen.

Papá, no puedo caminar más. Llévame.

Papa, ik kan niet meer lopen. Draag me.

Tom sale a caminar cada mañana.

Tom maakt elke ochtend een wandeling.

Prefiero tomar un taxi a caminar.

Ik geef de voorkeur aan een taxi boven lopen.

Tuve que caminar porque no había taxis.

Ik moest lopen, omdat er geen taxi's waren.

Estaba demasiado cansado para caminar más lejos.

Hij was te moe om verder te kunnen lopen.

No me molesta caminar bajo la lluvia.

- Het maakt me niet uit om in de regen te wandelen.
- Ik vind het niet erg om in de regen te wandelen.

Estoy tan cansado que apenas puedo caminar.

Ik ben zo moe dat ik nauwelijks kan lopen.

No tengo ganas de caminar tan rápido.

Ik heb geen zin om zo hard te lopen.

No puedo caminar tan rápido como él.

Ik kan niet zo snel wandelen als hij.

A veces me siento cansado de caminar.

Soms voel ik me moe van het wandelen.

Tom y María fueron juntos a caminar.

Tom en Mary gingen samen een stukje wandelen.

Me gustaría caminar como una persona normal.

Ik zou graag willen lopen als een normaal mens.

Él nunca volvería a caminar otra vez.

Hij zou nooit meer lopen.

A ella le gusta salir a caminar sola.

Ze gaat graag alleen wandelen.

- Tom no puede caminar.
- Tom no puede andar.

Tom kan niet lopen.

- Yo suelo caminar.
- Normalmente voy andando.
- Suelo ir andando.

- Normaal ga ik te voet.
- Meestal loop ik.
- Normaal loop ik.

¿Por qué dices que quieres caminar en el parque?

Waarom zeg je dat je in het park wilt wandelen?

Solía gustarme caminar bajo la lluvia cuando era chico.

Toen ik klein was wandelde ik heel graag in de regen.

- Preferiría caminar a coger el autobús.
- Prefiero ir a pie antes que tomar el autobús.
- Prefiero caminar que tomar el bus.

Ik ga liever lopen dan de bus te nemen.

- El hielo es lo suficientemente fuerte para caminar sobre él.
- El hielo está tan grueso que se puede caminar en él.

- Het ijs is dik genoeg om erop te stappen.
- Het ijs is dik genoeg om erop te lopen.

Caminar en grupos, oír música fuerte, cargar antorchas y palos,

In groepen lopen, luide muziek afspelen, fakkels en stokken dragen...

Fue tan cómodo y natural como caminar por el parque,

Het voelde net zo makkelijk als een boswandeling,

El coche se descompuso, por lo que tenían que caminar.

De auto was kapot, dus moesten ze lopen.

El hielo es lo suficientemente fuerte para caminar sobre él.

- Het ijs is dik genoeg om erop te stappen.
- Het ijs is dik genoeg om erop te lopen.

No puedo caminar rápido, pero puedo hacerlo por un largo tiempo.

- Ik kan niet snel wandelen, maar wel lang.
- Ik kan niet snel lopen, maar wel voor een lange tijd.

- Yo no puedo caminar más lejos.
- No puedo ir más lejos.

Ik kan niet verder lopen.

Neil Armstrong fue el primer astronauta en caminar sobre la luna.

Neil Armstrong is de eerste ruimtevaarder die op de maan gelopen heeft.

Ahora, esto es lo mismo que caminar sobre una mina de diamantes.

Het is niet anders dan lopen over velden van diamanten.

- Le gusta andar sola.
- A ella le gusta salir a caminar sola.

Ze gaat graag alleen wandelen.

Hoy en día, se puede caminar por el terreno de Oak Park, como hice yo,

Nu kun je naar Oak Park, zoals ik ook heb gedaan,