Examples of using "¡eh" in a sentence and their dutch translations:
Hé!
Hé! Stil!
Hé! Hou je stil…
Hé, waar ga je heen?
Hé, wat is er gebeurd?
Uh... Hoe werkt dat?
Klaar! Dat duurde niet lang, wel?
Hé, waar ga je heen?
Hé, kijk, een driekoppige aap!
Jij bent echt lang, he?
Geef me de slippers! Hé! Geef ze aan mij!
Juan zei: "Hé jongens, laten we pauze houden!
Hee jij daar! Wat ben je aan het doen?
Hé, ik mag dan geen geld hebben, maar ik heb nog wel mijn trots.
Als je slaperig wordt, dan moet je het zeggen hoor.
"In een vuilcontainer slapen, hmm?" vroeg Al-Sayib. "Dat zal wel een stinkende gewaarwording geweest zijn."
Eh, meneer... Wat op het bord staat, is geen exponentiële functie, maar een goniometrische...
"Hè?" Dima begreep het niet. "Maar spreek ik niet met Al-Sayib? En ben je geen Fanta aan het drinken en noobs aan het vertellen dat ze hun kop moeten houden?"
Ik was blij dat we sinds een lange tijd weer eens hebben kunnen praten. Laten we weer eens praten.