Examples of using "Mono" in a sentence and their dutch translations:
Het is apenvlees.
Mijn aap is weggelopen!
In tegenstelling tot deze brulaap...
De aap danst voor geld.
Hij zag eruit als een aap.
Hé, kijk, een driekoppige aap!
Ik praat niet tegen jou, maar tegen de aap.
Ik zag hem voorovergebogen op de grond in de onesie.
Ik praat niet tegen jou, maar tegen de aap.
- Ik praat niet tegen jou, maar tegen de aap.
- Ik spreek niet met u, maar met de aap.
In een boom klimmen is voor een aap gemakkelijk.
Maar hij is het niet geweest, bij de medicijnen. Waarschijnlijk eerder een aap.
De kat is heel lief.
In een boom klimmen is voor een aap gemakkelijk.
Wie heeft de sneeuwpop gemaakt?