Examples of using "учились" in a sentence and their dutch translations:
We hebben geleerd van onze fouten.
- Waar heb je gestudeerd?
- Waar studeerde je?
Zij waren schoolkinderen in die tijd.
We zaten op dezelfde school, maar nu gaat ieder zijn eigen weg.
Hebt ge gisteren gestudeerd?
Zij waren schoolkinderen in die tijd.
Tom en ik gingen naar dezelfde middelbare school.