Examples of using "умереть" in a sentence and their dutch translations:
- Bereid je voor om te sterven.
- Bereid u voor om te sterven.
- Bereid jullie voor om te sterven.
Laat me sterven.
Ik wilde dood.
Ben je bang om te sterven?
Ik wil sterven.
Hij moet dood.
Laat me sterven.
Ik wil sterven.
Ik sterf liever.
Ik ben bang om dood te gaan.
Ze moeten sterven.
Laat me sterven.
De koningin moet sterven.
- We gaan je niet dood laten gaan.
- We gaan je niet laten sterven.
We gaan je niet laten sterven.
Kun je van angst sterven?
Ik kan niet eindigen.
- Alle mensen moeten sterven.
- Alle mannen moeten sterven.
Ik kan hier niet sterven.
Ik wil hier niet sterven!
- Ik kan nog niet sterven.
- Ik kan nog niet doodgaan.
- Zijt gij bereid te sterven voor uw idealen?
- Ben je bereid voor je idealen te sterven?
Het is beter rijk te leven, dan rijk te sterven.
Nu moeten we winnen of sterven.
Het is wreder de dood te vrezen, dan te sterven.
Ben je niet bang om dood te gaan?
Ik ben bang om dood te gaan.
Ik wil met Getter Jaani sterven.
Als het wolfsmelk is, is drinken ervan dodelijk.
Je kunt niet sterven als je al dood bent.
Maar zijn lot is geen vredig einde. Er is een nachtelijke moordenaar aanwezig.
Als het wolfsmelk is, is drinken ervan dodelijk.
- Ik kan nog niet sterven.
- Ik kan nog niet doodgaan.
Weggaan is een beetje doodgaan, maar doodgaan is meer dan weggaan.
We gaan je niet dood laten gaan.
Ik wil naar de hemel gaan, maar ik wil niet sterven om er te geraken!
Als ik sterf, wil ik ergens sterven waar niemand me ooit zou vinden.