Examples of using "случится" in a sentence and their dutch translations:
Het zal gebeuren.
Dat zal niet gebeuren.
Wat gaat er vandaag gebeuren?
Wanneer gaat dat gebeuren?
Dat zal niet gebeuren.
- Dat zal niet gebeuren.
- Dat gebeurt niet.
Dat zal me niet overkomen.
Het zal gebeuren.
Dat zal niet gebeuren.
Dat zal nooit gebeuren.
Je kunt waarschijnlijk wel raden wat er gaat gebeuren.
We kunnen niet weten wat er in de toekomst gebeuren zal.
Het zal u ook overkomen.
Vroeg of laat gaat het gebeuren.
Wanneer gaat dat gebeuren?
Niemand kan voorzien wat er gaat gebeuren.
- Tot twee uur dertig zal er niets gebeuren.
- Tot half drie zal er niets gebeuren.
Vroeg of laat gaat het gebeuren.
Je weet maar nooit wanneer er een aardbeving zal plaatsvinden.
Als er iets gebeurt bel me onmiddellijk.
Als er iets gebeurt bel me onmiddellijk.
Ik kon niet voorzien dat dat zou gebeuren.
Als er iets gebeurt bel me onmiddellijk.
Denk je echt dat dat niet zal gebeuren?
Als er iets is, laat het me dan zo snel mogelijk weten.
Men kan niet weten wat er morgen zal gebeuren.
- Het maakt me niet uit wat er gebeurt.
- Het kan me niet schelen wat er gebeurt.
Er zal niets gebeuren.
Als het weer gebeurt, laat het me meteen weten a.u.b.
Ik vroeg me af hoe het zou zijn zonder al die woorden:
Als dit jou overkomt, en je gaat door het ijs...
- Hoe wist je dat dat zou gebeuren?
- Hoe wist u dat dat zou gebeuren?
als er iets gebeurt met slechts één van die rassen
Je weet maar nooit wat er morgen gaat gebeuren.
Dat zal nooit gebeuren.
Veel mensen geloven dat het niet zal gebeuren.
Wist je niet dat dat ging gebeuren?
Dat zal me niet overkomen.
Komt alles goed met je?
Eet iedere morgen een levende kikker, en er zal je de rest van de dag niets ergers gebeuren.
Dat zal mij nooit gebeuren.
Ik zal altijd van je houden, wat er ook gebeurt.
- Laten we maar even afwachten en kijken wat er gebeurt.
- Laten we maar even afwachten en kijken wat er gaat gebeuren.