Examples of using "сладости" in a sentence and their dutch translations:
Ik hou van snoep.
Mijn zus houdt van snoep.
- Hij at chokolade en zoetigheden
- Hij at chocolade en snoep.
- Ik hou van bonbons.
- Ik hou van snoepjes.
- Ik hou van snoep.
De tandarts wil niet dat je snoep eet.
- Hij houdt van snoepjes.
- Hij houdt van snoep.
- Hij houdt van zoetigheden.
Traditionele Japanse snoepjes gaan echt goed samen met Japanse thee.
Inderdaad, Japans snoep gaat goed samen met Japanse thee.