Examples of using "сели" in a sentence and their dutch translations:
Ze gingen allebei zitten.
De batterijen zijn leeg.
We gingen recht tegenover elkaar zitten.
De batterijen in mijn rekenmachine zijn plat.
Tom en Maria zaten samen.
We stapten allemaal in de auto.
Mijn jeans is gekrompen bij het wassen.
We zaten in het midden van de kamer.
Ik denk dat mijn spijkerbroek is gekrompen.
Er zijn nog drie personen in de bus gestapt.
We zaten vooraan.
Ze zaten op een bank in het park.
Ze gingen aan tafel zitten om te kaarten.
Tom en ik stapten dezelfde bus in.
Ze gingen rond de tafel zitten om te kaarten.
Waar namen jullie deze bus?
- Je zit in de verkeerde trein.
- Jullie zitten in de verkeerde trein.
Je nam een vliegtuig van Parijs naar New York.
Ze zaten in de schaduw van die grote boom.