Examples of using "работали" in a sentence and their dutch translations:
- Wij werkten samen.
- Wij hebben samen gewerkt.
We werkten voor hen.
Heb je gisteren gewerkt?
Ze zwoegden met opgerolde mouwen,
Ze werkten als bijen.
We werkten voor hen.
Ze werkten samen om het vuur te blussen.
Ze werkten samen om de brand te blussen.
Omdat het zondag was, waren de winkels niet open.
Heb je gisteren gewerkt?
We werkten voor hen.
Ze werkten samen aan dit project.
Ze werkten hard, ze faalden en probeerden het opnieuw.
Je hebt meer gewerkt dan ik.
Niemand weet dat wij hieraan werkten
Heb je in Duitsland als taxichauffeuse gewerkt?
In de 19e eeuw werkten westerlingen meer dan 60 uur per week.
Ik wil dat je beter werkt.
De varkens werkten eigenlijk niet; zij dirigeerden en bewaakten meer de anderen.
Werkte u in Frankrijk op de ambassade of op het consulaat?
We kunnen de doctrine van de jaren tachtig, namelijk dat de rijken niet werkten omdat ze te weinig geld hadden, de armen omdat ze te veel geld hadden, gerust de rug toekeren.