Examples of using "прошёл" in a sentence and their dutch translations:
De tyfoon is voorbij.
Het regende hard.
Het regende hard.
Er is een jaar voorbij sinds hij hier gekomen is.
Hoe was uw verjaardag?
Hoe waren jullie wittebroodsweken?
- De nagel ging door de muur.
- De spijker ging door de muur.
Hoe was de Franse les?
Hoe was je eerste werkdag?
Hoe was je dag?
Omdat ik persoonlijk het traject doormaakte
Deze maand verstreek zeer snel.
Ik ben te voet gekomen door China.
Hoe was uw verjaardag?
Het schip voer door het Suezkanaal.
Hij heeft hard geleerd en de toets gehaald.
Weer een dag voorbij.
- Hoe ging de toets?
- Hoe ging het proefwerk?
Ik heb vanochtend drie kilometer gelopen.
Gisteren was ik klaar met het leren van Esperanto op Duolingo.
Hoe is je examen gegaan?
Het schip voer onder de brug door.
Hoe was je biologie-examen?
Hoe was je vakantie?
Hoe was de wiskundetoets?