Examples of using "простить" in a sentence and their dutch translations:
- Kunnen jullie me vergeven?
- Kunt u me vergeven?
- Kan je mij vergeven?
Kun je me vergeven?
Kunnen jullie me vergeven?
Kan je mij vergeven?
Ik kan haar niet vergeven.
Is het moeilijker te vergeven, of te vergeten?
Ik kan mezelf mijn fouten niet vergeven.
- Het spijt mij dat ik te laat ben.
- Sorry dat ik zo laat ben.
- Sorry dat ik te laat ben.
Ik kan hem niet vergeven, alleen omdat hij een kind is.
- Tom kan Maria niet vergeven voor wat zij heeft gedaan.
- Tom kan Maria niet vergeven voor wat ze deed.
- Verontschuldig mij dat ik zo laat ben.
- Het spijt mij dat ik te laat ben.
- Het spijt me dat ik zo laat ben.