Examples of using "забыть" in a sentence and their dutch translations:
- Ik wil haar vergeten.
- Ik wil hem vergeten.
- Ik wil het vergeten.
Ik kan je niet vergeten.
- Ik wil haar vergeten.
- Ik wil hem vergeten.
- Ik wil het vergeten.
Ik kan zijn vriendelijkheid niet vergeten.
Ik kan zijn vriendelijkheid niet vergeten.
Sadako wou dat vergeten.
Is het moeilijker te vergeven, of te vergeten?
Ik kan Maria niet vergeten.
Ik wil dat vergeten.
Ik heb zijn naam genoteerd om hem niet te vergeten.
Ik kan zijn vriendelijkheid niet vergeten.
Ik kan je maar niet vergeten.
Ik moet niet vergeten haar de brief te sturen.
Tom schrijft alles op zodat hij het niet vergeet.
- Hij heeft het genoteerd om het niet te vergeten.
- Hij heeft het opgeschreven om het niet te vergeten.
Ik heb zijn naam genoteerd om hem niet te vergeten.
Laat mij dat opschrijven zodat ik het niet vergeet.
Ik moet eraan denken morgen dat boek te kopen.
Tom kon nooit de verschrikking van de oorlog vergeten.
We lezen om te ontsnappen, de zware tijden in het leven te vergeten,
Hij was dronken en vergat de achterdeur te sluiten.
Het kan zijn dat ze haar paraplu in de bus gelaten heeft.