Examples of using "сможешь" in a sentence and their dutch translations:
Kom als je kunt.
Pak me dan, als je kan.
- Kom als ge kunt.
- Kom als je kunt.
Durf je hem vragen te stellen over dat ongeval?
Ik hoopte dat jij het kon doen.
Kun je me vergeven?
Je kan me niets laten doen dat ik niet wil doen.
Het voordeel is dat je hoog blijft. Zo hou je richting.
Als je niet weet wat je doel is, zul je het nooit kunnen bereiken.
- Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel.
- Eerlijk duurt het langst.
Ik hoop echt dat je kan komen.
Hoe hard je het ook probeert, Engels leer je niet in twee, drie maanden.
- Je kunt het!
- Jullie kunnen het.
- Ik weet dat je hen niet kan stoppen.
- Ik weet dat je hen niet kan ophouden.
Als je het geel verft, sla je twee vliegen in één klap: én het valt goed op, én je bespaart geld omdat je verf kunt gebruiken die je al in huis hebt.