Examples of using "проиграла" in a sentence and their dutch translations:
Ons team heeft verloren.
Ik verloor.
Ons team heeft alle wedstrijden verloren.
Ons team heeft alle wedstrijden verloren.
Ons team heeft de eerste wedstrijd verloren.
- U verloor.
- Jij verloor.
- Jullie verloren.
Ons team heeft alle wedstrijden verloren.
Kunt u ons verklaren waarom onze ploeg verloren heeft?
Je hebt verloren, geef het op!
Tom kwam er na zijn moeders dood pas achter dat ze zijn erfenis opgegokt had.