Examples of using "проиграл" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb verloren.
Tom heeft verloren.
Tom verloor de race.
Je hebt het spel verloren.
Ik verloor.
Heeft het Westen alles verloren?
Ik wil dat Tom verliest.
Tom heeft niet gewonnen.
- U verloor.
- Jij verloor.
- Jullie verloren.
Tom heeft veel geld met poker verloren.
Tom heeft alles verloren.
Je hebt verloren, geef het op!
Hij die vecht, kan verliezen, maar hij die dat niet doet, heeft al verloren.