Examples of using "поживаете" in a sentence and their dutch translations:
- Hoe gaat het met u?
- Hoe gaat het met jullie?
Goedemorgen, hoe maakt u het?
Hoe gaat het met u, mevrouw Jones?
Hallo John, hoe gaat het met je?
Hoe gaat het met u?
- "Hoe gaat het met u?" "Met mij alles goed, dank u."
- "Hoe gaat het?" "Goed, dank je."
- Goedemorgen, hoe maakt u het?
- Hé, hoe gaat het met je?
- Hoe gaat het?
- Hoe gaat het met je?
- Hoe gaat het ermee?
- Hoe gaat het met u?
- Hoe maak je het?
- Hoe is het ermee?
- Hoe gaat het met jullie?
„Hoe gaat het met je?” ‑ „Ik mag niet klagen.”
- En met jou, hoe gaat het met jou?
- En u? Hoe gaat het met u?
- En jullie? Hoe gaat het met jullie?
- Hoe gaat het?
- Hoe gaat het met je?
- Hoe gaat het ermee?
- Hoe gaat het met u?
- Hoe gaat het met jullie?
- Goedemorgen, hoe maakt u het?
- Hoi, hoe gaat het?
- "Hoe gaat het met u?" "Met mij alles goed, dank u."
- "Hoe gaat het?" "Goed, dank je."
- Hoe gaat het?
- Hoe gaat het met je?
- Hoe gaat het ermee?
- Hoe gaat het met u?
- Hoe gaat het met jullie?
Hoe gaat het met je? Ik heb je al tijden niet gezien.