Examples of using "дела" in a sentence and their dutch translations:
- Hoe gaat het?
- Hoe gaat het ermee?
- Hoe staan de zaken?
Hoe gaat het ermee?
- Goedemorgen, hoe maakt u het?
- Hé, hoe gaat het met je?
- Hoi, hoe gaat het?
Laat dingen niet half afgemaakt.
maar vereisen ook daden.
- Hé, hoe gaat het met je?
- Hoi, hoe gaat het?
- Hé, hoe gaat het met je?
- Hoi, hoe gaat het?
Hé, hoe gaat het met je?
Hoe gaat het vandaag met je?
- Hoe gaat het?
- Hoe gaat het met je?
- Hoe gaat het ermee?
- Hoe gaat het met u?
- Hoe gaat het met jullie?
- Hoe gaat het met je?
- Hoe maak je het?
Dag Georges. Hoe gaat het?
Hoi, Bill. Hoe gaat het?
- Een goed begin is het halve werk.
- Goed begonnen is half gewonnen.
Dag Susan. Hoe gaat het?
Hoi Mimi! Hoe gaat het?
Hoe gaat het op school?
Hoe gaat het in Boston?
Hoe gaat het met je? Heb je een goede reis gehad?
Ik heb morgen dingen te doen.
Laat dingen niet half afgemaakt.
- Hoe gaat het?
- Hoe gaat het met je?
- Hoe gaat het ermee?
- Hoe gaat het met u?
- Hoe gaat het met jullie?
Hé, hoe gaat het met je?
Probeer niet twee dingen tegelijk te doen.
- Een goed begin is het halve werk.
- Goed begonnen is half gewonnen.
- Een goed begin geeft moed en zin.
Ik ben er slecht aan toe.
Op dit moment gaat het vrij goed met me.
Ze nemen geen belangrijke beslissingen.
- Er kraait geen haan naar.
- Daar geeft niemand om.
- Niemand geeft er om.
Bemoei je niet met zaken die je niets aangaan.
Bemoei je niet met mijn zaken.
Het ging mis.
Goedenavond, hoe maakt u het?
- Hé, hoe gaat het met je?
- Hoi, hoe gaat het?
- Doe geen twee dingen tegelijkertijd.
- Doe geen twee dingen tegelijk.
Men kan geen twee dingen tegelijk doen.
Hoe gaat het met mijn vrouw?
Het werd nog erger.
Hoe gaat het met jullie?
Bemoei je niet met andermans zaken!
Je mag je niet bemoeien met andermans zaken.
Niemand geeft er iets om.
- Probeer niet twee dingen tegelijk te doen.
- Probeer geen twee dingen tegelijk te doen.
- Probeer niet om twee dingen tegelijk te doen.
OK, maar wat kunnen we nu meteen doen?
- Probeer niet twee dingen tegelijk te doen.
- Probeer geen twee dingen tegelijk te doen.
Hallo John! Hoe gaat het?
Hij is een man van daden.
Hoe gaat het met u?
En met jou, hoe gaat het met jou?
Goedemorgen, hoe maakt u het?
En met jou, hoe gaat het met jou?
Hoe is de situatie bij de fabriek nu?
- Steek je neus niet in andermans zaken.
- Dat gaat je niks aan.
Stel deze dingen niet tot later uit!
Stel deze dingen niet tot later uit!
Hoe gaat alles op werk?
- Goedemorgen, hoe maakt u het?
- Hoi, hoe gaat het?
Hoe gaat het vandaag met je?
Ik weet dat je belangrijker zaken te doen hebt.
Hoe gaat het met Tom?
- Ik val maar meteen met de deur in huis. Je bent ontslagen.
- Ik kom direct ter zake. Je bent ontslagen.
Hoe gaat het met je? Ik heb je al tijden niet gezien.
Heb je vandaag iets te doen?
Het bevalt me niet hoe jij zaken doet.
Een goed begin is het halve werk.
Soms gebeuren er in het wild onverwachtse dingen.
- "Hoe gaat het met u?" "Met mij alles goed, dank u."
- "Hoe gaat het?" "Goed, dank je."
Geen woorden, maar daden.
- Hoe gaat het?
- Alles goed?
- Goedemorgen, hoe maakt u het?
- Hé, hoe gaat het met je?