Examples of using "ответа" in a sentence and their dutch translations:
- Beide antwoorden zijn fout.
- Allebei de antwoorden zijn fout.
Ik heb geen antwoord ontvangen.
- Beide antwoorden zijn fout.
- Allebei de antwoorden zijn fout.
Beide antwoorden zijn juist.
- Er is geen antwoord op uw vraag.
- Op jouw vraag is geen antwoord.
- Er is geen antwoord op je vraag.
- Er is geen antwoord op jouw vraag.
- Er is geen antwoord op jullie vraag.
Er is geen antwoord op jouw vraag.
- Er is geen antwoord op uw vraag.
- Er is geen antwoord op jouw vraag.
- Er is geen antwoord op jullie vraag.
- Op jouw vraag is geen antwoord.
- Er is geen antwoord op je vraag.
Ik wacht nog steeds op je antwoord.
En ik vond niets. Er is niets.
- We wachten op uw antwoord.
- We wachten op jouw antwoord.
We wachten nog steeds op een antwoord.
Er is geen antwoord op jullie vraag.
Het kan zijn dat Tom het antwoord niet weet.
Niemand kon het juiste antwoord geven.
Tom zegt dat hij het antwoord niet weet.
Het andere deel van het antwoord komt uit de aard van de journalistiek,
Tom weet dat Maria het antwoord niet kent.
Hij deed alsof hij het antwoord niet wist.
Dus zolang ons antwoord op die vraag
Na twee weken zonder antwoord heb ik de voorgestelde correctie uitgevoerd.
De lerares zei dat ze het antwoord op mijn vraag niet kende.
Hij heeft mij nog geen antwoord gegeven.
De grote vraag, die nooit beantwoord is, en die ik ondanks dertig jaar studie van de vrouwelijke geest nog niet kan beantwoorden, is: "Wat wil een vrouw?"