Examples of using "твоего" in a sentence and their dutch translations:
- Ik heb uw vriend ontmoet.
- Ik heb je vriend ontmoet.
Wat is het onderwerp van je lezing?
Heet je broer Aleksej?
Ik herinner me je naam niet.
Ik ken je vader.
Welke auto is van je vader?
- Wat is de naam van jouw vriend?
- Hoe heet je vriendje?
- Hoe heet uw vriendje?
- Hoe heet je vriend?
- Ik hoop op uw komst.
- Ik wacht op je aankomst.
- Wat is de naam van je advocaat?
- Wat is de naam van uw advocaat?
Hoe heet uw zoon?
Hoe heet uw vriend?
Deze jurk is goedkoper dan die van jou.
Ik heb je vader gezien.
Ik ben ouder dan uw broer.
Heet je broer Tom?
Ik ben een collega van je vader.
Ik heb je vader gekend.
Ik ken je vriend.
Sporten is goed voor je lichamelijke conditie.
Mijn plan verschilt van het jouwe.
- Ik wil jouw goud niet.
- Ik wil uw goud niet.
- Ik wil jullie goud niet.
Ik heb je vader gisteren ontmoet.
- Ik heb je vader gisteren ontmoet.
- Ik heb uw vader gisteren ontmoet.
- Ik heb jullie vader gisteren ontmoet.
- We wachten op uw antwoord.
- We wachten op jouw antwoord.
Niemand heeft je om je mening gevraagd.
Ik zie de tuin van je vader.
Ik wacht hier op je tot je terugkomt.
Ik ben het niet met jou eens.
Ik verstond je vraag niet.
Ik verstond je vraag niet.
Ik weet de weg naar je huis niet.
- Is uw school ver van uw huis?
- Is je school ver weg van je huis?
Je zoon is bijna een kopie van je vader.
- De mijne is groter dan de jouwe.
- Die van mij is groter dan die van jullie.
- De mijne is groter dan die van jou.
- Je succes is de vrucht van je harde werken.
- Je succes is het resultaat van je harde werken.
- Aardappelvlokken zijn niet gezond voor je.
- Chips zijn niet goed voor je gezondheid.
Herinner je je de geboortedag van je vader?
- Ik ken jouw vader zeer goed.
- Ik ken je vader heel goed.
Ik had naar je advies moeten luisteren.
Ik zal hier zijn tot je terugkeert.
Ik heb u niet om uw mening gevraagd.
Ik herinner me je naam niet.
Je hond heeft wormen. Geef hem vitamines.
Je broer was vandaag niet op school.
Een oom is de broer van je vader of je moeder.
Ik herinner me je vader.
- Wat is de reden van uw bezoek?
- Wat is het doel van uw bezoek?
Mensen van je leeftijd hebben vaak dit probleem.
- Wat is de naam van je docent?
- Wat is de naam van je leerkracht?
Je gedrag is werkelijk niet goed te praten.
Heet uw broer Tom?
- Hoe lang is jouw broer?
- Hoe lang is uw broer?
- Hoe lang is jullie broer?
Ik ben ouder dan je broer.
Ik herinner me je naam niet.
Het is voor je eigen bestwil.
Niemand heeft je om je mening gevraagd.
Ik heb je nummer niet.
- Ik zag jouw broer eergisteren.
- Ik zag jullie broer eergisteren.
Hoe lang is het van hier naar jouw huis?
Ik ben het niet met jou eens.
Uw naam staat niet op de lijst. U bent niet uitgenodigd voor het feest.
- Mijn fiets is veel nieuwer dan die van u.
- Mijn fiets is een pak nieuwer dan de jouwe.
- Mijn fiets is veel nieuwer dan die van jou.
Roken is schadelijk voor je gezondheid.
Ik heb medelijden met jouw toekomstige echtgenoot.
Ik ken je broer heel goed.
- Ik kende jouw broer.
- Ik kende uw broer.
- Ik kende jullie broer.
Het is moeilijk u van uw broer te onderscheiden.
Tot wanneer is je paspoort geldig?
Ik denk dat jouw oom een hoge bloeddruk heeft. Zijn gezicht is altijd rood.
Gisteren heb ik je zoon ontmoet en hij heeft me beleefd gegroet.