Examples of using "оставил" in a sentence and their dutch translations:
Heb je een fooi gegeven?
Ik heb mijn paraplu thuis gelaten.
Ik heb het niet op slot gedaan.
Hij gaf alle hoop op.
- Ik heb een bericht achtergelaten.
- Ik liet een bericht achter.
Tom heeft Maria achtergelaten.
Tom heeft een bericht voor Maria achtergelaten.
- Ik heb mijn tasje achtergelaten.
- Ik heb mijn portemonnee achtergelaten.
Hij liet de motor aanstaan.
- Tom heeft een cadeautje voor je achtergelaten.
- Tom heeft een geschenkje voor je achtergelaten.
- Tom heeft een cadeautje voor jullie achtergelaten.
Ik liet de deur open.
Hij liet de deur open.
Tom liet alles voor mij achter.
Hij gaf alle hoop op.
Tom heeft de hoop nog niet opgegeven.
Ik moet mijn portemonnee thuis hebben laten liggen.
Hij heeft de laatste bladzijde leeg gelaten.
Hij liet zijn zoon een fortuin na.
Ik heb mijn jas expres thuis laten liggen.
Iemand heeft de deur opengelaten.
- Ik heb een paar berichten voor u achtergelaten.
- Ik heb u enkele berichten achtergelaten.
Hij liet zijn vermogen aan zijn zoon.
Tom heeft voor Maria iets om te eten achtergelaten.
Waar hebben jullie je bagage laten staan?
Hij liet geen enkel boodschap achter.
- Wil je dat ik het licht aanlaat?
- Moet ik het licht aanlaten?
Heb je een fooi gegeven?
Ik heb mijn paraplu in een bus laten liggen.
Misschien heb ik het op tafel laten liggen.
Ik heb je paraplu in de bus gelaten.
Ik heb iets in de kamer achtergelaten.
Ik heb een bericht ingesproken op je antwoordapparaat.
Ik heb mijn paraplu in de bus gelaten.
Hij zei dat hij zijn portemonnee thuis had laten liggen.
Tom heeft Maria's tas in de auto gelaten.
Ik weet zeker dat ik de deur open heb gelaten.
Het gesprek met Tom liet een onaangename indruk achter.
Ik heb de hele nacht het raam opengelaten.
Ik had bijna mijn paraplu in de trein laten liggen.
Tom liet zijn mobiele telefoon achter in de auto van Maria.
Tom heeft een briefje in Maria's kluisje achtergelaten.
- Iemand liet de ramen van het kantoor open.
- Iemand heeft de vensters van het kantoor opengelaten.
Ik heb je paraplu in de bus gelaten.
De sinaasappel liet een vreemde smaak achter in mijn mond.
Hebt ge het venster opengelaten?
Ik heb vorige week mijn paraplu hier gelaten.
Heeft u de deur open gelaten?
Ze gaf hem een standje omdat hij de deur had opengelaten.
- Tom verliet Maria.
- Tom heeft Maria verlaten.
Tom heeft mij verlaten.
Ik heb mijn sleutels op tafel laten liggen. Kun je ze voor me meenemen, alsjeblieft?
Ik heb je paraplu in de bus gelaten.
Tom sloeg Mary bont en blauw.
Ik had bijna mijn paraplu in de trein laten liggen.
Dr. Zamenhof gaf ons geen regels over het gebruik van leestekens in het Esperanto, omdat hij goed wist welke twistappel dat zou zijn.
Ik had bijna mijn paraplu in de trein laten liggen.