Examples of using "никого" in a sentence and their dutch translations:
Er is niemand hier.
Niemand thuis?
Er is niemand hier.
Luister naar niemand.
Er is niemand binnen.
- Er is niemand.
- Niemand hier.
Ik heb niemand gezien.
- Er was niemand daar.
- Er was niemand aanwezig.
- Er was daar niemand.
Niemand was thuis.
Waarom is er niemand hier?
Beledig niemand!
Er was niemand aanwezig.
Er is niemand thuis.
Niemand thuis?
Er is niemand hier.
- Er is niemand.
- Niemand hier.
Hier ken ik niemand.
Er was niemand in de tuin.
Hier ken ik niemand.
- Er was niemand in de wachtzaal.
- Er was niemand in de lobby.
Ik kan niemand zien.
- Er was niemand daar.
- Er was niemand aanwezig.
- Er was daar niemand.
Er is niemand in de kamer.
Geen van hen is aanwezig.
Tom luistert naar niemand.
Ik heb niemand.
Tom is bang voor niemand.
Niemand was hier.
Er is niemand in de keuken.
De tijd vliegt en wacht op niemand.
Hij zag niemand.
- Er was niemand thuis.
- Niemand was thuis.
Ik ben voor niemand bang.
Er is niemand bij de ingang.
Ze bezocht niemand.
Vandaag wil ik niemand zien.
Vandaag wil ik niemand zien.
Ik wilde niemand beledigen.
Er was niemand in de kamer.
Gisteren was er niemand aanwezig.
Er is niemand te zien op straat.
Nee, ik zag niemand.
Er was niemand in de tuin.
Niemand wordt gelukkig van oorlog.
Je kent hier niemand.
Deze beslissing zal niemand gelukkig maken.
Tom luistert nooit naar iemand.
Naast Tom kende ik daar niemand.
Ze waren beiden niet aanwezig op de vergadering.
Ik ken niemand in deze stad.
Niemand geeft er iets om.
Ik sta voor de deur maar er is niemand.
- Ik ken geen van beide.
- Ik ken geen van beiden.
Hij kent niemand van ons.
Ik herken niemand op de afbeelding.
Er was niemand aan boord van het schip.
Niemand in zijn klas is sneller dan hij.
Vandaag wil ik niemand zien.
Ik heb niemand behalve haar.
Ik heb geen van hen herkend.
Hij keek rond, maar zag niemand.
Vandaag wil ik niemand zien.
De tijd vliegt en wacht op niemand.