Examples of using "короткая" in a sentence and their dutch translations:
Ik hou van een kort kapsel.
Vlinders leven niet lang.
Luke heeft kort haar.
Kort haar staat hem beter.
Zalig de korten van geheugen.
Waarom is je rok zo kort?
Ze heeft kort haar.
Hij heeft kort haar.
- Ik hou van een kort kapsel.
- Kort haar vind ik leuk.
Luke heeft kort haar.
Je ziet er goed uit met je korte haar.
Je ziet er goed uit met je korte haar.
Als we kijken naar de wereldbol, kan je zien dat deze lijn niet de kortste route is.