Examples of using "знал" in a sentence and their dutch translations:
Ik wist het!
- Ik wist het.
- Ik heb het geweten.
Ik wist het.
Ik wist het!
Tom wist het.
Sami wist het.
Hij wist dat niet.
- Wist je dat?
- Wist jij dit?
Hij wist dat niet.
Ik kende Tom persoonlijk.
Niemand wist dat.
Tom wist dat al.
Ik wist het!
Wist jij dit?
Niemand wist het.
Die man wist te veel.
Dat wist ik niet.
- Dat wist ik niet.
- Ik wist dit niet.
- Dat wist ik niet.
- Ik wist dit niet.
Het schijnt dat niemand de waarheid kende.
De buitenlander kende helemaal geen Japans.
Niemand wist wat hij moest zeggen.
Ik wist wel dat je zou komen.
Ik wist dat hij loog.
Ik wist dat Tom dood was.
Niemand wist waar ze was.
Ik wist niets.
Ik wist het wel.
Wist je dat niet?
Ik wist niets.
- Ik wist de waarheid al.
- Ik kende de waarheid al.
Hij wist dat niet.
- Niemand wist het.
- Niemand wist dat.
Tom wist iets.
- Niemand wist het.
- Niemand wist dat.
Tom wist waarnaartoe te gaan.
Tom wist dat niet.
- Het lijkt alsof hij de waarheid geweten heeft.
- Hij leek de waarheid te kennen.
Hij wist dat hij laat zou zijn.
Kende je hem goed?
Niemand wist het.
- Dat wist ik niet.
- Ik wist dit niet.
Ik wist niet waar het vandaan kwam.
Ik wist niet dat je druk was.
Ik wist niet dat je een vegetariër was.
Ik wist niet wat te doen.
Ik wist dat je het zou appreciëren.
Dat wist ik toen niet.
Educatie is dingen leren waarvan je niet eens wist dat je ze niet wist.
- Ik wist niet dat je een tandarts was.
- Ik wist niet dat u een tandarts was.
Ik wist niet dat Tom ziek was.
Ik wist dat ik het al vroeger gezien had.
- Wist jij dit?
- Wist u dit?
- Wisten jullie dit?
Ik wist wel dat je dorst zou hebben.
Ik wist niet dat je zou komen.
Ik wist dat je niet ging komen.
Ik wist niet dat je bang was.
Ik wist dat je Tom zou zoenen.
Ik wist dat je Australië leuk zou vinden.
Ik wist wel dat je zou komen.
Hij wist het vanaf het begin.
Hij was zich niet bewust van het gevaar.
Ik wist dat Tom kwam.
Alleen Obama wist daarvan.
- Op een of andere manier wist Tom het.
- Toch wist Tom het.
- Kennelijk wist niemand hoe het zat.
- Het schijnt dat niemand de waarheid kende.
Ik wist niet wat te doen.
Het is belangrijk dat hij de waarheid weet.
Ik wist dat het mogelijk was.
Tom heeft zijn vader nooit gekend.
Ik wist dat hij zou accepteren.
Niemand wist waar ze was.
Ik wist wel dat je zou komen.
Ik wist niet waar ik heen moest gaan.
Tom wist dat Mary lerares was.
Tom wist dat Marie moe was.
Tom wist dat ik het druk had.
Oh! Dat wist ik niet!
Jij wist dat ook niet.
Ik wist dat het tijd was om te stoppen.
Tom wist dat ik verdrietig was.
Tom wist dat Mary ongelukkig was.
Ik wist dat dit fout was.
- Ik wist niet wat ik tegen Tom moest zeggen.
- Ik wist niet wat ik Tom moest vertellen.
Ik wist dat je dat ging vragen.
Ik wist niet dat je zo ongelukkig was.
Tom wist niet eens wie het was.
Ik wist dat het slechts een misverstand was.
Tom wist niet wie het meisje was.