Examples of using "зале" in a sentence and their dutch translations:
- Zijn ze in de fitness?
- Zijn ze in de sportschool?
Praat niet in de leesruimte.
Wacht in de wachtkamer.
- Spreek niet in de leeskamer.
- Spreek niet in de leeszaal.
- Praat niet in de leesruimte.
De lucht kan je ook in deze zaal voelen,
Het concert was leuk, maar het was wel koud in de zaal.
Er zijn vandaag veel meer leerlingen in het schoollokaal dan gisteren.
Het concert was leuk, maar het was wel koud in de zaal.
Het concert was leuk, maar het was wel koud in de zaal.
Wacht in de wachtkamer.