Examples of using "едем" in a sentence and their dutch translations:
Gaan we?
We gaan morgen.
We gaan naar het platteland.
We maken een uitje naar de bergen.
We komen.
- We gaan naar Boston voor een week.
- We gaan naar Boston voor een weekje.
We gaan in de Alpen skiën.
- Rijden we ver weg?
- Gaan we ergens ver weg?
Gaan we volgende week echt naar Boston?
We gaan naar het zuiden.
Waar gaan we eerst heen?
- Waar gaan we naartoe?
- Naar waar gaan we?
We volgen u.