Examples of using "неделе" in a sentence and their dutch translations:
Tot volgende week!
Ik vertrek volgende week.
Bill komt volgende week terug.
Hoeveel dagen zijn er in een week?
Ik zie je volgende week.
Een week telt zeven dagen.
Tot volgende week!
Ik heb het vorige week gekocht.
Ik heb hem vorige week betaald.
Ik heb veel gewerkt deze week.
Volgende week word ik dertig jaar.
Het was afgelopen week.
- Ik zal u bellen binnen de week.
- Ik bel je binnen een week.
Bill komt volgende week terug.
De oude man is vorige week overleden.
Ze is vorige week overleden.
De lessen beginnen volgende week.
De lessen beginnen volgende week.
Ik zag mijn opa vorige week.
Ik zal volgende week mijn oom bezoeken.
Ik heb het deze week erg druk gehad.
De vorige week ben ik begonnen Chinees te leren.
Zij gaat de volgende week naar Frankrijk.
Een vriend van mij is afgelopen week gestorven.
Ik zal volgende week mijn oom bezoeken.
Mijn vrouw heeft vorige week een kind gebaard.
Ik heb veel gewerkt deze week.
Hij won vorige week de prijs.
Ik verwacht u volgende week te zien.
Waar was je deze week?
Ik heb deze week al geslapen.
Volgende week gaat het misschien vriezen.
Ik heb hem vorige week betaald.
Waar was u deze week?
Ze zullen wellicht volgende week aankomen.
Tom was de vorige week ziek.
We hebben er afgelopen week over gesproken.
De vredesonderhandelingen beginnen deze week.
Ik heb het vorige week gekocht.
Volgende week word ik dertig jaar.
Hij was vorige week ziek.
Ik ben de vorige week door een hond gebeten.
Wij gaan volgende week een nieuwe auto kopen.
Ik zal je schrijven of volgende week opbellen.
"Heb je vorige week naar tv gekeken?" "Nee, dat heb ik niet gedaan."
Ik ben van plan om volgende week naar Europa te vertrekken.
Ik heb het deze week erg druk gehad.
Wij gaan volgende week een nieuwe auto kopen.
Afgelopen week heeft ze een schitterende dochter gekregen.
Ze hebben vorige week de berg Fuji beklommen.
- Hij is vorige week naar de Verenigde Staten gegaan.
- Hij is afgelopen week naar Amerika gegaan.
- Hij is vorige week naar de Verenigde Staten toe gegaan.
Ik zal volgende week mijn oom bezoeken.
De volgende week vlieg ik naar Chicago.
Deze foto heb ik vorige week gemaakt.
Ik zal het volgende week tot in detail uitleggen.
- Ik was afgelopen week erg bezig.
- Afgelopen week was ik erg bezig.
Ik had het vorige week niet druk.
De vorige week ben ik begonnen Chinees te leren.
De tijd ging erg langzaam voorbij deze week.
De temperatuur was afgelopen week boven nul.
De volgende week vlieg ik naar Chicago.
Tom en Mary zijn vorige week uit elkaar gegaan.
Ik heb deze week veel slaap om in te halen.
De volgende week ga ik naar het Balatonmeer.
De vorige week ben ik begonnen Chinees te leren.
Volgende week ga ik op vakantie.
Ik heb veel te doen deze week.
Tom zal het niet deze week doen.
Tom is vorige week naar Boston teruggekomen.
We waren afgelopen week in Australië.
Mijn rijbewijs vervalt volgende week.
Volgende week heb ik avondploeg.
Mijn vader gaat volgende week naar buitenland.