Examples of using "вышел" in a sentence and their dutch translations:
Hij is vertrokken.
- Hij is al vertrokken.
- Hij is al weg.
Tom ging naar buiten om te roken.
- Hij zou weggaan.
- Hij zou eruit komen.
- Nadat hij klaar was met zijn werk, ging hij uit.
- Nadat hij klaar was met zijn werk, is hij vertrokken.
Hij is net weggegaan.
En jawel, hij kwam,
- Hij ging uit de kamer.
- Hij verliet de kamer.
Hij is net weggegaan.
Tom is uit de gevangenis.
Hij nam ontslag.
- Wie is er gestopt?
- Wie heeft er ontslag genomen?
Tom stapte uit de trein.
Je zou een goede diplomaat zijn.
Je zou een goede diplomaat zijn.
De lange man kwam het huis uit.
Hij kwam van achter het gordijn.
Ondanks de regen ben ik naar buiten gegaan.
De bus stopte en Tom stapte uit.
Mijn vader is zojuist uitgegaan.
Ik ging naar buiten, en liet de verwarming op staan.
Tom is weg, maar Maria is hier.
Hij kwam naakt onder de douche vandaan.
Hij ging weg zonder dag tegen me te zeggen.
Ik ben vroeg in de morgen naar buiten gegaan.
Tom is net uit zijn coma geraakt.
Je zou een goede diplomaat zijn.
Tom verliet haastig het huis.
Tom zou een uitstekende spion zijn.
- De lift is buiten werking.
- De lift is kapot.
Tom stapte op het verkeerde station uit.
Hij vertrok zonder een woord te zeggen.
De motor van de auto ging onderweg stuk.
Hij verliet het huis om acht uur.
Hij werd kwaad.
Hij verliet de kamer.
- Ik ging vorig jaar met pensioen.
- Ik ben vorig jaar met pensioen gegaan.
Je zult wel op de verkeerde plaats zijn uitgestapt.
Hij liep de deur uit en kwam nooit meer terug.
Hij verliet de slaapkamer en ging de woonkamer binnen.
Ik ging naar buiten, ook al regende het.
Tom ging met pensioen.
Ik ging buiten wandelen om wat frisse lucht in te ademen.
Deze lift is buiten gebruik.
- Mijn vader ging op 65-jarige leeftijd met pensioen.
- Mijn vader is met pensioen gegaan toen hij 65 jaar was.
- Mijn vader is met pensioen gegaan met 65 jaar.
Hij verliet de kamer zonder ook maar een woord te zeggen.
Deze telefoon doet het niet.
- Mijn vader ging op 65-jarige leeftijd met pensioen.
- Mijn vader is met pensioen gegaan toen hij 65 jaar was.
- Mijn vader is met pensioen gegaan met 65 jaar.
Onmiddellijk toen ik het huis verliet begon het pijpestelen te regenen.
- Waarom kwam je uit de kamer?
- Waarom kwam je de kamer uit?
Mijn vader ging op 65-jarige leeftijd met pensioen.
Hij ontving een e-mailtje en kort daarna ging hij naar buiten om een telefoontje te plegen.
Hij is net weggegaan.
We zagen hoe meneer Sato de kamer verliet.
- Ik ben met pensioen.
- Ik ben gepensioneerd.
- Iene miene mutte, tien pond grutte, tien pond kaas, wie is de baas?
- Onder de piano lag een ei, in dat ei daar zat een brief, waarop te lezen stond wie is uw lief?
- Onder de piano ligt een flesje bier; al wie er van drinkt, stinkt!
- Op de brug zit een mug met haar muil wijd open; zeven ezels, achttien kwezels zijn erin gekropen.