Examples of using "влюбилась" in a sentence and their dutch translations:
Ben je op Tom verliefd geraakt?
Ze werd op een jongere man verliefd.
Ze werd verliefd op de broer van haar vriendin.
Ze werd verliefd op de zus van haar vriendin.
Ze werd verliefd op één van haar leerlingen.
Ik ben verliefd op je geworden.
Toen ik 22 was, werd ik verliefd op mijn baas.
Ik ben verliefd op jou.
- De prinses werd onmiddellijk op de prins verliefd.
- De prinses werd meteen verliefd op de prins.
- De prinses werd op slag verliefd op de prins.
Daar hoef jij je niet voor te verontschuldigen, Tom. Ik ben immers degene die zomaar verliefd op je is geworden.
Ik had kunnen weten dat zodra ik verliefd werd op de realiteit,
Toen ik 22 was, werd ik verliefd op mijn baas.
- Ben je verliefd op Tom?
- Ben je op Tom verliefd geraakt?
In die seconde werd ik verliefd op de taal.
Ik kan niet geloven dat je echt verliefd op me bent.