Examples of using "верил" in a sentence and their dutch translations:
Ik geloofde u.
- Ik geloofde je.
- Ik geloofde u.
- Ik geloofde jullie.
Mijn zoon geloofde me niet.
Ik geloofde hem.
Tot welke leeftijd geloofde jij nog in de Kerstman?
Toen ik nog klein was, geloofde ik in de Kerstman.
Ik heb dat nooit geloofd.
- Geloofde u in de Kerstman toen u een kind was?
- Geloofde jij in de Kerstman toen je een kind was?
Toen ik nog klein was, geloofde ik in de Kerstman.
Hij geloofde zijn ogen niet.
Niemand geloofde mij.
Toen ik klein was, geloofde ik in de kerstman.
Hoe oud was je toen je stopte met geloven in de Kerstman?