Examples of using "братьев" in a sentence and their dutch translations:
Hoeveel broers heb je?
Ze heeft geen broers.
- Ik heb geen broer.
- Ik heb geen broers.
Tom heeft geen broers.
Ik heb acht broers.
Hoeveel broers heb je?
Ze heeft geen broers.
Ik heb geen broers.
Ik hou van mijn broers.
Ze heeft vijf oudere broers.
Ze heeft vijf oudere broers.
Mijn vader heeft vijf broers.
Tom is de jongste van vijf broers.
Ik heb acht broers en zussen.
Tom heeft 12 broers en zussen.
Ik heb niet minder dan vier broers.
Hoeveel broers en zussen heb je?
Ik hou van m'n broers en zussen.
Hoeveel broers heb je? Hoeveel zussen heb je?
Mijn vader heeft vijf broers en zussen.
Ik heb geen broers of zussen.
Tom heeft geen broers, noch zussen.
Een van mijn broers woont in Boston.
Maar Jimmy heeft geen oudere broers.
Een van mijn neven is met een romanschrijfster getrouwd.
Hoeveel broers heb je? Hoeveel zussen heb je?
Mijn drie broers zijn nu allemaal ergens in Boston.
Voor zover ik het mij herinner, heeft hij vijf broers.
Voor zover ik het mij herinner, heeft zij vijf broers.
Voor zover ik het mij herinner, heeft hij vijf broers en zusters.
Yutaka heeft twee oudere broers.
Ik heb me altijd afgevraagd hoe het zou zijn om broertjes en zusjes te hebben.
Ik heb geen broer maar ik heb twee zussen.
Het Roodkapje van de gebroeders Grimm is onzijdig, maar dat van Charles Perrault is mannelijk.
Tom heeft meer dan dertig neven en nichten, waarvan hij er sommige nooit ontmoet heeft.