Examples of using "Поверь" in a sentence and their dutch translations:
- Geloof me!
- Geloof me.
Geloof me.
Geloof me maar gewoon.
"Vertrouw me", zei hij.
"Vertrouw me", zei hij.
Geloof me maar gewoon.
- Geloof mij. Ik word een nieuwe mens.
- Geloof mij. Ik word een nieuwe man.
- Geloof mij. Ik word een nieuwe mens.
- Geloof mij. Ik word een nieuwe man.
Vertrouw me.
- Geloof mij. Ik word een nieuwe mens.
- Geloof mij. Ik word een nieuwe man.
Alles komt in orde, je kan het! Geloof in jezelf! Je bent al een fantastische zwemmer!